Verklaring raadsdebat 3 april jl.
We willen na de schorsing van vorige week de meerderheid van deze Raad en vooral ook het CDA oproepen tot bezinning te komen en niet verder te gaan op de doodlopende weg die is ingeslagen.
Tegelijkertijd willen wij nog eens onze eigen positie duidelijk maken. We willen dat doen door te reageren op de motie die door de meerderheid van de Raad vorige week is aangenomen en die wij niet hebben gesteund. Zo’n reactie is o.i. nodig omdat door de wijze en het tijdstip waarop deze motie door het CDA is ingediend - een overvaltactiek - en het gebrek aan debat over de precieze inhoud, het nauwelijks mogelijk heeft gemaakt hierop goed te reageren.
Welnu, in de motie stelt u dat de uitspraken van minister Cramer een deel van het woningbouwprogramma alsmede de realisatie van een bedrijfserf zullen blokkeren. We leggen even de nadruk op de passage "een deel". Natuurlijk heeft u gelijk als u zegt dat bouwen buiten de rode contouren, bouwen in het groen, niet kan volgens deze uitspraken. Verstedelijking is uit den boze. Dus ja, het bedrijfserf en de bufferwoningen gaan niet door.
Maar het is oneigenlijk en demagogisch om vervolgens de conclusie te trekken dat dit ook gevolgen zou kunnen hebben voor de nieuwe brandweerpost in Broek en de veehouder op Marken. Volgens deze redenering zou verstedelijking nodig zijn om een veehouder op Marken te krijgen. Dat is toch al te dol. Het is zelfs de vraag of de Bennewerf niet zou kunnen. En hoe zit het met andere locaties binnen de rode contouren maar toch in het groen? Bijvoorbeeld in Broek in Waterland (Eilandweg, Van Disweg, Veenderijvaart) ?
Om hierover duidelijkheid te krijgen en op een goede manier het gesprek aan te gaan lijkt het ons niet slim op ramkoers te gaan liggen en de integriteit van de minister in twijfel te trekken door haar een selectief uitnodigingsbeleid te verwijten en te suggereren dat ze niet goed zou zijn voorgelicht. Als wij onze lokale CDA fractie dergelijke verwijten voor de voeten zouden werpen is de zaal waarschijnlijk te klein om haar toorn te omvatten. Hoe moet hierop de minister dan reageren?
Maar terzake,
We hebben al aangegeven dat u zich vergist door te stellen dat deze uitspraken van de minister in strijd zouden zijn met de brief van 5 februari aan GS. Het is niet verstandig deze kaders te negeren en toch te proberen de plannen voor een bedrijfserf achter de Texaco door te zetten.
We hebben in Nederland een systeem van subsidiariteit: Rijk, Provincie en Gemeentes hebben zelfstandige bevoegdheden die op een doordachte wijze op elkaar zijn afgestemd. Het zal best zo zijn dat er een zeker grijs gebied bestaat waarbinnen tussen de bestuurslagen onderhandeld kan worden, maar nogmaals, als je die nog wel bestaande ruimte wilt benutten is de huidige koers onverstandig. Er is immers geen enkel signaal dat de PS van standpunt zullen veranderen en door de uitspraken van de minister wordt deze besluitvorming alleen maar bevestigd.
Waterland ligt in een Rijksbufferzone en in een nationaal Landschap. GroenLinks ziet graag dat deze in Rijksbeleid verankerde gegevens nu eindelijk eens als positief uitgangspunt voor gemeentelijk beleid zouden gaan gelden. Zie het als een kans in plaats van als een bedreiging dat we deel uitmaken van een Nationaal landschap en een Rijksbufferzone. (Een voorbeeld daarvan vinden we in het NHD van 23 februari waarin NB onze eigen burgemeester aankondigt ons gebied "Toscane bij Amsterdam" te willen inzetten voor het ontwikkelen van toerisme "zonder dat we massatoerisme nastreven"). De huidige koers is onvruchtbaar en kost onnodig veel tijd en energie die beter kan worden benut door op een positieve wijze alternatieven te ontwikkelen. Wij hebben die alternatieven bij diverse gelegenheden naar voren gebracht.
Samenvattend:
Verlaat deze doodlopende weg, ontwikkel alternatieven op basis van de door Rijk en Provincie aangegeven mogelijkheden, benut de positieve kansen van de ligging van onze Gemeente in een uniek landschap. Ga wel in gesprek met Provincie en Rijk, maar met erkenning van de gestelde grenzen. V.w.b. de huidige politieke situatie betekent dit dat wij het liefste zien dat er een beleidswijziging komt. Het uiteenvallen van het College op dit moment levert daaraan geen positieve bijdrage. Een politieke crisis is nooit goed. Zonder dat we er op korte termijn optimistisch over zijn hopen we toch dat er kansen zijn om van de nu gevolgde weg terug te keren en dit andere beleid te formuleren.
Ten slotte
Waarom zijn we vooralsnog niet optimistisch? Vanwege de politieke verhoudingen in deze Gemeente. We zitten met een coalitie waarbinnen één van de partijen, het CDA, als een kat in het nauw, alle mogelijke moeite doet om de ander, de PvdA, eruit te werken. Via een suggestieve, maar voortreffelijk geregisseerde, informatie- en advertentiecampagne moesten daarvoor de geesten rijp worden gemaakt. In de hoop natuurlijk dat de PvdA zelf zijn biezen zou pakken en het CDA z’n handen in onschuld kon wassen en op zoek kan naar een nieuwe coalitiepartner: VVD en/of W '95. Toen dat niet lukte moest Barbertje hangen [in de persoon van Wethouder Buijs]. Hoe betrokken en betrouwbaar kun je zijn richting je coalitiepartner. W95 en VVD zijn alvast gewaarschuwd.
Wat hebben wij van een nieuwe coalitie te verwachten? Hetzelfde beleid maar dan zonder weerwerk in de boezem van het College zelf. "Bestuurskracht" op z'n Waterlands: “met een tunnelvisie als een blind paard stuklopen op een realiteit waarvoor anderen steeds hebben gewaarschuwd”. Omdat je niet over de grenzen van je eigen gemeente heen wilt kijken. Niets constructiefs dus. En de overige consequenties van de crisis? Verdere verzwakking van het College, discontinuïteit en extra wachtgeldverplichtingen. Die crisis gaat dus een hoop geld kosten en vertraging van allerlei plannen.
Wat rest? Verkiezingen t.z.t. Dat duurt nog even en bovendien is het maar de vraag of dat geheel andere verhoudingen oplevert dan nu het geval is. Hoe heilzaam zou het daarom zijn als het CDA tot andere inzichten zou komen. Meneer Verbeek: Maak uw mooie woorden over rentmeesterschap waar en toon dat u een groene partij bent. De voorzitter van het Nationaal landschap, mevrouw Van Montfrans [is dat geen partijgenoot van u?] gaat u op dit punt voor: zij vindt dat gemeenten gelegen in het Nationaal Landschap hun zegeningen zouden moeten tellen. Wij willen daarom eindigen met de oproep waarmee we begonnen: CDA, kom tot bezinning en sla een andere weg in.
F.R.